Karin van Asselt

Maak kennis met gedragsspecialist Karin van Asselt

Ander gedrag

Kinderen met een zwakke focus, slechte impulsregulatie, faalangst of een zwak zelfbeeld; iedere leerkracht kan te maken krijgen met leerlingen met opvallend of ander gedrag. Hoe ga je daarmee om? En wat nou als dat niet lukt, bijvoorbeeld omdat je er geen tijd of ruimte voor hebt? Karin kan en wil er als gedragsspecialist voor leerkrachten en kinderen zijn. “Maar”, zo zegt ze, “dat betekent niet dat ik dat alleen doe, want ik trek bij elk begeleidingstraject op met de leerkracht, de IB-er en de ouders.”

Streepjescode

Hoewel Karin vrij laat in het onderwijs terechtkwam, werkte ze altijd al met en voor kinderen. Ze studeerde pedagogiek, was jarenlang leerkracht en volgde tal van opleidingen en cursussen om zich verder te bekwamen. “Ik wil alle kinderen kansen geven en eruit halen wat erin zit”, vertelt ze. “Welke vorm van onderwijs past bij een kind? Hoe laat je een leerling ervoor openstaan om nieuwe dingen te leren? En wat is haalbaar voor de leerkracht om daaraan bij te dragen? Ik ben geen tovenaar die met een toverstafje zwaait en alles oplost. En ik stel ook geen diagnoses zoals een orthopedagoog. Ik begrijp, hoor en zie het kind en kijk juist wat het nodig heeft. Ieder kind heeft een streepjescode en die is uniek.”

Observatie

Om die streepjescode te ‘lezen’, begint Karin altijd met een observatie in de klas, zonder dat het betreffende kind weet dat ze daar voor hem of haar zit. “Ik heb eerst een gesprek met de IB-er, maar het kan ook zijn dat ik word ingeschakeld nadat een leerling in het MDO is besproken”, legt Karin uit. “Na mijn observatie in de groep bespreek ik met de IB-er en leerkracht wat er nodig is. Als ik zie dat de leerkracht de hulpvraag kan oplossen, spreek ik momenten af om hem of haar daarbij te begeleiden. En soms weet de leerkracht wel om te gaan met bepaald gedrag, maar is er gewoon geen tijd voor. In dat geval start ik met het begeleidingstraject van de leerling.”

Veilig voelen

Zo’n begeleidingstraject begint altijd met een – zoals Karin het zelf noemt – oplossingsgericht gesprek. Karin: “Ik vraag altijd aan kinderen waar ze goed in zijn en waar ze beter in willen worden. Ik geef ze veel aandacht en ze mogen mij ook vragen stellen. Ik merk dat kinderen zich snel veilig voelen bij mij en dat ze zich durven open te stellen. En vaak komt het kind zelf met precies de hulpvraag waarover de IB’er het al met mij heeft gehad.” Na elk begeleidingsmoment schrijft ze een verslag voor de ouders en de leerkracht. “Daarin staan de aandachtspunten, bijvoorbeeld bepaalde vaardigheden die ik met het kind oefen. De ouders en de leerkracht kunnen dan met diezelfde vaardigheden aan de slag.”

Sterker

Aan het einde van elk traject volgt een evaluatie waarin Karin met de ouders, de leerkracht en de IB-er het traject bespreekt. Karin: “Mijn doel is om een langetermijneffect te bereiken en dus te voorkomen dat het kind weer terugvalt in het oude gedrag. Daarom is het essentieel om met elkaar te trekken. Ik geloof erin dat kinderen meer waardering voor zichzelf krijgen als je laat zien wie ze zijn en welke talenten ze hebben. Zo komen ze sterker in de wereld te staan en worden ze ook sterker in leren. Ik krijg er veel energie van om kinderen daarbij te helpen.”